|
Terwijl ‘Europees’ Brussel weer volop op stoom is gekomen, weet politiek Den Haag zich nog steeds geen raad met de Europese Unie.
door Koos van Houdt
Het begon al traditie te worden in Den Haag. Dick Benschop, staatssecretaris voor Europese zaken tussen 1998 en 2002, schreef ieder jaar voor Prinsjesdag ‘De staat van de Europese Unie’ als bijlage bij de begroting van buitenlandse zaken. Maar nu in het korte derde kabinetje van Jan Peter Balkenende de staatssecretaris voor Europese zaken is verdwenen, zal naar verluidt, op Prinsjesdag ook dit stuk een stille dood sterven.
Natuurlijk, wat er in de bijlage stond, kan ook in de begroting zelf blijken te staan. We weten het gewoon niet, want de spullen komen dit jaar ‘gewoon’ pas komende dinsdagmiddag beschikbaar voor journalisten. Maar toch tekent het de verlegenheid die in de Nederlandse politiek bestaat ten aanzien van het Europese beleid. Steeds duidelijker wordt dat de crisis van 1 juni 2005, toen het Nederlandse volk in ruime meerderheid tegen de Grondwet voor Europa stemde, op 2 juni wat al te snel onder het groene tapijt is geschoven.
Kabinet en 85% van de leden van de Tweede Kamer waren in de hoek gezet, maar toch bleef de dagelijkse politiek gewoon doorgaan. Nu zou men daarvoor eigenlijk richting de verkiezingen van 22 november de kiezer onder ogen moeten komen, maar kennelijk durft men dat niet. Men tracht de aandacht af te leiden door het maar veel over de jonge (kinderopvang) en oude (AOW) medeburgers te hebben. Maar vier jaar op kousenvoeten door Europees Brussel moeten trekken, is ook geen aantrekkelijke gedachte.
Misschien helpt het voorbeeld van de Franse presidentskandidaten. Die gebruiken ‘Brussel’ ongegeneerd voor het oppoetsen van de eigen status als staatsman (Nicolas Sarkozy) of staatsvrouw (Segolene Royal). Terwijl ook de Fransen eind mei vorig jaar de Europese grondwet in de kachel stopten. Sarkozy wil nu een ‘mini-grondwet’, waarin geen plaats meer is voor nationale veto’s op gevoelige onderwerpen, zoals belastingen.
Dat opent perspectieven voor de ‘anti-Straatsburglobby’ in het Europees Parlement. Zonder Frans veto is er immers meer kans om het Verdrag op dat punt te kunnen wijzigen. Maar de recente ophef in april en mei, naar aanleiding van vermeende Straatsburgse voordeeltjes bij de aankoop van twee kantoorpanden in die stad, is weer helemaal voorbij. Donderdag besloot de commissie voor de begrotingscontrole de boeken over 2004 alsnog te sluiten en daarmee ook een punt te zetten achter de onenigheden met de stad Straatsburg. Intussen verwerft het Europees Parlement bij de aankoop van de gebouwen nu niet alleen de stenen en dakpannen, maar ook de grond. Daarmee wordt het alsnog aantrekkelijk de deal te sluiten, meent onder meer de aanvankelijk zeer kritisch ingestelde VVD’er Jan Mulder.
In het Europees Parlement wordt verder gestoeid over de vraag of er wel een Bureau voor de Grondrechten van de Europese Unie in Wenen moet komen. In Nederland is de Eerste Kamer daar een felle tegenstander van. René van der Linden (ook voorzitter van de Parlementaire Assemblee van de Raad van Europa) en andere senatoren vinden het dubbel werk. Hun kritiek werd tot nu toe niet gehoord. Maar deze week bleek dat in het Europees Parlement en bij sommige regeringen dezelfde twijfel ontstaat.
|